De Emigratie naar Abessinië

De emigratie naar Al-Habasha (Abessinië, het huidige Ethiopië), die plaatsvond in het vijfde jaar na de openbaring (615 na Christus), was een belangrijk moment in de vroege geschiedenis van de islam. Terwijl de moslimgemeenschap in Mekka werd onderdrukt en vervolgd, bood deze migratie hen een toevluchtsoord van veiligheid en vrijheid. De migratie naar Abessinië toonde de strategische kennis en wijsheid van de Profeet Mohammed ﷺ.
De Vervolging van de Vroege Moslims in Mekka
Toen de boodschap van de Islam zich begon te verspreiden, stonden Quraish, de machtige stam van Mekka, vijandig tegenover de nieuwe religie. De moslims werden fysiek en psychologisch vervolgd en hun rechten werden ontnomen. Velen, voornamelijk de zwakkeren, werden gemarteld vanwege hun geloof in Allah. De situatie werd zo ernstig dat het voor de moslimgemeenschap steeds moeilijker werd om hun geloof openlijk te belijden. Toen het leven voor de moslims een hel werd, werd Soerat Al-Kahf geopenbaard. In deze Soerat werd het verhaal van de jonge mannen verteld die voor hun geloof kozen en vluchten van de wrede heerser die de gelovigen vervolgde. Deze Soerat was een opbeuring voor de gelovigen. Het gaf hen moed en hoop op betere tijden, en dat zij dezelfde weg moesten bewandelen als de groep jonge mannen uit Soerat Al-Kahf, en dat Allah hen zal bijstaan zoals Hij de jonge mannen uit Soerat Al-Kahf op wonderbaarlijke wijze had geholpen.
De Profeet Mohammed ﷺ zocht daarom een oplossing om zijn volgelingen te beschermen tegen de wrede vervolgingen en foltering van Quraish. Hij raadde een groep van twaalf mannen en vier vrouwen aan om naar het koningrijk Abessinië te migreren, waar een rechtvaardige christelijke koning regeerde. De Profeet ﷺ zei dat de koning hen zou beschermen en dat ze in vrede zouden kunnen leven in zijn land. De eerste die uit Mekka vertrok, was Uthmaan Ibn Affaan (moge Allah tevreden met hem zijn) en zijn vrouw Roqayyah, de dochter van de Profeet ﷺ.
Waarom Abessinië?
De keuze voor Abessinië was geen willekeurige keuze. De Profeet Mohammed ﷺ kende de reputatie van de koning, die bekendstond om zijn rechtvaardigheid en tolerantie. Hoewel hij een christelijke heerser was, was de Profeet ﷺ ervan overtuigd dat hij de moslims met respect en rechtvaardigheid zou behandelen, ongeacht de religieuze verschillen tussen de moslims en de christenen.
De reis naar Abessinië was ook van strategisch belang. Het bood de moslims een tijdelijke schuilplaats en gaf hen de kans om hun religie in vrijheid te belijden, ver weg van de onderdrukking in Mekka. Deze migratie zou later de basis vormen voor de grotere migratie naar Medina, die nog belangrijker zou zijn voor de groei van de islamitische gemeenschap.
Valse geruchten
De moslims in Abessinië hoorden dat de polytheïsten uit Mekka zich tot de islam hadden bekeerd. Ze wisten niet wat ze hoorden en keerden verheugd terug naar Mekka, hun geliefde woonplaats. In datzelfde jaar keerden ze terug naar Mekka. Vlak voordat ze de stad bereikten, hoorden ze echter dat het nepnieuws was. Enkelen van hen keerden terug naar Abessinië, terwijl de rest Mekka in het geheim binnenging of onder de bescherming van een inwoner van Mekka. Daarna namen de beproevingen toe. De vervolgingen door de Quraish werden steeds erger, en de moslims kregen het nog zwaarder te verduren. Het was moeilijk voor de Quraish te verdragen wat ze hadden gehoord over het goede nabuurschap van de Negus, de koning van Abessinië.
De tweede migratie naar Abessinië
De Boodschapper van Allah ﷺ zag geen andere uitweg dan zijn metgezellen opnieuw aan te raden naar Abessinië te emigreren. De moslims bereidden zich daarom voor op een tweede emigratie, maar Quraish probeerden deze te verijdelen. De moslims waren echter sneller en bereikten de Negus, de koning van Abessinië, voordat Quraish hen konden inhalen. Drieëntachtig mannen en achttien of negentien vrouwen emigreerden. Nadat Quraish de afwezigheid van deze grote groep moslims hadden ontdekt, stuurden zij Amr Ibn al-Aas en Abdullah ibn Abi Rabie'ah, die zich destijds nog niet tot de islam hadden bekeerd, achter de moslims aan. Ze gaven hun waardevolle geschenken mee voor de Negus en zijn stafleden en priesters.
De ontmoeting met Negus de koning van Abessinië
Toen de emigranten Abessinië bereikten, kregen ze wederom onderdak en bescherming van de Negus. Ondertussen waren de twee afgezanten ook in Abessinië aangekomen. Ze gaven de waardevolle geschenken aan de Negus en zijn stafleden en probeerden hem ervan te overtuigen de moslims terug te sturen naar Mekka. Ze probeerden de koning te beïnvloeden door te stellen dat de moslims een nieuwe religie volgden die zowel het christendom als het polytheïsme van Quraish afwees. De priesters van de Negus gaven de twee afgezanten gelijk en adviseerden de koning om de moslims terug te sturen naar hun land.
De koning nodigde daarop de moslims uit om hun zaak te bepleiten. De moslims verkeerden toen in grote angst, maar waren het unaniem eens dat ze niets anders dan de waarheid zouden vertellen. Dja'far ibn Abi Taalib, de neef van de Profeet Mohammed ﷺ, trad op als woordvoerder van de moslims. Hij sprak met wijsheid en respect en legde uit hoe de islam hen had bevrijd van afgoderij en onrechtvaardigheid en hen had geleid naar de aanbidding van de Ene Ware God, Allah. Dja'far reciteerde ook verzen uit de Qur'an over het leven van Jezus (vrede zij met hem), waaronder het verhaal van de geboorte van Jezus en de hoge status die hij inneemt in de islam.
Na het horen van de woorden van Dja'far en de verzen uit de Qur'an was de koning diep geraakt. Hij erkende dat de boodschap van de Profeet Mohammed ﷺ en de boodschap van Jezus (vrede zij met hem) een gemeenschappelijke bron hadden, en dat de islam respect heeft voor Jezus (vrede zij met hem) en zijn moeder Maryam (moge Allah tevreden met haar zijn). Hij weigerde vervolgens de moslims terug te sturen, waarna de moslims veiligheid en vrijheid genoten in zijn koninkrijk.
De Terugkeer van de Moslims
Na een paar jaar in Abessinië te hebben geleefd, vertrokken de moslims naar Medina, waar de Profeet Mohammed ﷺ inmiddels een sterke islamitische gemeenschap had opgebouwd. De migratie naar Abessinië wordt herinnerd als een periode van genade en bescherming, een tijd waarin de vroege moslims in vrede konden leven en hun geloof konden beoefenen zonder angst voor vervolging.
Conclusie
De migratie naar Abessinië herinnert ons aan de kracht van geduld, vertrouwen in Allah, en de waarde van religieuze vrijheid. De Profeet Mohammed ﷺ liet zien hoe moslims hun geloof kunnen behouden, zelfs in moeilijke tijden, door geduld en vertrouwen te hebben in de leiding van Allah. Deze migratie leert ons ook dat het land niet heilig is en dat de moslim zijn woonplaats dient te veranderen wanneer zijn religie onder druk komt te staan.
De migratie naar Abessinië leert ons dat de moslims zich dienen vast te houden aan hun religie wanneer ze in een niet-moslimland wonen. Ook moeten ze streven naar het oprichten van moskeeën, scholen en instellingen, waarmee zij de taal van de Koran kunnen behouden, religieuze rituelen uitvoeren en een plek hebben om samen te komen en hun zaken te bespreken. Dit alles om zichzelf en hun kinderen te beschermen tegen assimilatie in niet-moslimsamenlevingen.
De migratie naar Abessinië leert ons ook om op te passen voor valse geruchten en de noodzaak van nieuwsverificatie, voordat de moslim het aanneemt of overgaat tot een handeling die hierop gebaseerd is.
Gepubliceerd op 16 oktober 2024
Categorie: Sierah
Klaar voor jouw Umrah reis?
Nog hulp nodig?